Bosch PPP6 C8 Series Manual de usuario Pagina 7

  • Descarga
  • Añadir a mis manuales
  • Imprimir
  • Pagina
    / 41
  • Tabla de contenidos
  • MARCADORES
  • Valorado. / 5. Basado en revisión del cliente
Vista de pagina 6
6
gesprekspartners te reageren. Ten slotte merkt Van Rheeden (2010) op dat initiatiefhandelingen
mogelijk makkelijker te produceren zijn dan responshandelingen. Dit onderzoek bouwt voort op de
conclusies van Van Rheeden (2010). Er zal nu worden gekeken in hoeverre Hester meer gebruikt
maakt van responshandelingen, aangezien ze nu over standaardknoppen beschikt om sneller en
eenvoudiger te reageren op haar gesprekspartners.
Feedback
Rod Gardner merkt in zijn boek When listeners talk (2001, 24) op dat er verschillende manieren zijn
om feedback in te zetten. Ten eerste heb je de „continuers‟, hiermee wordt de spreker aangespoord
om door te praten en wordt het gesprek een vloeiend geheel. Voorbeelden hiervan zijn „mm hm‟ en
„uh huh‟. Ten tweede heb je de acknowledgement tokens‟, hiermee wil de hoorder aangeven dat hij
de spreker nog begrijpt en dat hij luistert. Gardner (2001) zegt dat het woordje „ja‟ hier een
voorbeeld van is. Ten derde wordt de „newsmarker group‟ aangehaald, dit wil zeggen dat de hoorder
hiermee laat blijken dat hij de uiting van de huidige spreker nog nooit eerder heeft gehoord. Vormen
hiervan zijn: echt? en „oh ja? Ten slotte spreekt Gardner (2001) van change-of-activity tokens‟.
Hiermee wil de hoorder aangeven dat het gesprek kan veranderen van onderwerp of worden
stopgezet. Een voorbeeld dat wordt aangehaald is „oké‟.
Müller (1996) geeft aan dat ook intonatie van groot belang is bij de feedback. Volgens hem moet er
niet alleen gekeken worden naar het woord van de feedback, bijvoorbeeld het woordje „ja‟, maar
ook naar de vorm waarin het uitgesproken wordt. Is het een korte en zachte „ja‟, dan zal dit anders
door de huidige spreker geïnterpreteerd worden dan een harde en lang uitgeproken „ja‟. In het eerste
geval zal het misschien een aansporing zijn om door te gaan en aan te geven dat de hoorder nog
steeds luistert. In het tweede geval wil de hoorder wellicht over willen stappen op een ander
onderwerp en probeert door middel van feedback aan te geven dat hij het huidige onderwerp wil
afkappen. In dit onderzoek is feedback van groot belang, aangezien Hester hiermee experimenteert.
Echter, zij heeft het nadeel dat de MyTobii geen gevarieerde intonaties kan uitspreken, waardoor de
feedback onnatuurlijk kan klinken.
Jefferson onderzocht de verschillen tussen de minimale responsen „mm hm‟ en yeah/yes‟. Volgens
Jefferson waren de responsen met „hm mm‟ vooral continuerend en hebben ze een passieve vorm
(Mazeland 2003, 264). Yeah‟ zou wat meer aansturen op een „pre-shift object‟, dit kan zowel het
aansturen op een verandering van onderwerp zijn als voorstel tot sprekerswisseling. „Yeah‟ en yes‟
zijn hierdoor wat dwingender en krachtigere feedback dan „hm mm‟ (Mazeland 2003, 264). Binnen
de standaardknoppen beschikt Hester alleen over „ja‟ en niet over „hm mm‟, dus wellicht zal het
inzetten van de dwingende „ja‟ het gesprek minder vloeiend laten verlopen.
Vista de pagina 6
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 ... 40 41

Comentarios a estos manuales

Sin comentarios